dinsdag 13 juli 2021

Zaaknummer C/13/692412 / HA ZA 20-1109 / Rechtbank Amsterdam

Graag wil ik in mijn eigen woorden nog even toelichten hoe ik in deze situatie met de familie sta.

Het feit dat de familie mij steeds verwijt dat ik gebruik maak van hulp van de Staat om me in deze rechtszaken te verdedigen (het Raad van Rechtsbijstand) is heel tekenend voor hoe ze ook over Theo en zijn gebruik van subsidies dacht.

Theo was iemand die zijn werk maakte dankzij structurele subsidies van verschillende cultuurfondsen en beeldende kunst Rijksinstellingen. Theo leefde in de ogen van zijn familie op kosten van de Staat wat door zijn familie als schandalig werd beschouwd zoals ik nu ook in hun ogen schandalig gebruik maak van de hulp van het Raad van Rechtsbijstand.

Deze zienswijze is typisch voor mensen die kunst beschouwen als leuk vermaak of kleurrijke decoratie voor boven de bank en dat het rechtssysteem alleen beschikbaar zou moeten zijn voor degene die het zich kunnen permitteren.

Deze zienswijze illustreert precies wat de kloof tussen Theo en zijn broers en zussen was en heeft zich nu gekristalliseerd in deze rechtszaken. Het gebrek aan respect van zijn familie voor Theo is precies de reden waarom hij zijn nalatenschap anders wilde regelen dan ‘vererving bij versterf’. Theo had er geen vertrouwen in dat zijn broers en zussen goed voor zijn werk konden zorgen, door hun gebrek aan interesse en respect.

Dezelfde familie maakt nu aanspraak op het werk van Theo en willen het huis verkopen dat hij juist NIET aan zijn familie wilde nalaten maar aan een Cultuurfonds dat zich voor documentaire fotografie inzet.

De broers en zussen gebruiken zelfs privĂ© correspondentie tussen Theo en mij om onze relatie en mij zwart te maken. Zij proberen daarmee aan te tonen dat onze relatie niet bestendig zou zijn geweest. Ze lijken alleen niet te beseffen dat de laatste wil van Theo en zijn ontwerp testament vooral gericht was om ‘vererving bij versterf’ te voorkomen en niets te maken heeft met onze relatie.

Ik hoop dat u inziet dat Theo zijn werk heel serieus nam en nooit had willen toevertrouwen aan zijn broers en zussen. Ik hoop dat u ook inziet dat zijn wens om zijn huis na te laten aan een Cultuurfonds een standvastige wil was. Ik hoop dat u ook inziet dat het in eerste instantie wel degelijk de bedoeling was dat ik mede eigenaar zou zijn van het huis, maar dat onder druk van zijn familie, het koopcontact alleen op zijn naam is gezet.

Als de broers en zussen respect hadden gehad voor Theo, hadden ze de laatste wil van hun broer zo veel mogelijk willen volgen en hadden zij samen met mij naar een oplossing gezocht. Keer op keer heeft de familie onze pogingen om rond de tafel te gaan zitten afgewezen.

Het gaat hier om het werk van een kunstenaar die een onschatbare waarde heeft zoals een kind een onschatbare waarde heeft omdat je hem dag in dag uit, nacht in nacht uit, 7 dagen per week (in dit geval 45 jaar lang) alle liefde heb gegeven die je hebt en die in de toekomst de verzorging nodig heeft van iemand die liefde en respect voor hem heeft.

Ik heb samen met andere mensen een Stichting voor Theo opgericht en ben een petitie gestart, in eerste instantie puur om te laten zien wat de laatste wil van Theo was. Een stichting oprichten en een petitie starten zijn fundamentele rechten in onze democratie en hebben niets met copyright misbruik dat de familie mij verwijt te maken.

Ik vraag om respect voor Theo en voor mij. Ik verzoek u het werk van Theo aan mij en de bestuursleden van de Stichting toe te vertrouwen en het huis te behouden voor de jongere generaties.

Jocelyne Moreau
(partner/weduwe Theo Niekus – fotograaf/filmmaker)